Verslag Inclusion International 17th World Congress 2018
Verslag bezoek van Vereniging Inclusie Nederland aan het “Inclusion International 17th World Congress 2018”
Ons bezoek aan “Inclusion International 17th World Congress 2018” (Birmingham, Verenigd Koninkrijk)
door Roderik Plas
Indrukwekkend. Zo kun je het zeventiende World Congress van Inclusion International wel noemen. Men had een enorm congrescentrum afgehuurd in Birmingham (VK) en de hoofdzaal zat helemaal vol bij de opening.
Met z’n vijven waren we op dinsdag 29 mei afgereisd naar Birmingham in het Verenigd Koninkrijk. Suzanne van den Bercken-Boonacker, Annemieke Goudsmit, Jeroen Veltheer, Hendrik Jan Menninga en Roderik Plas. We namen het vliegtuig vanaf Schiphol en landden een uur en een kwartier later in Birmingham.
We waren gekomen om onze projecten omtrent het VN-verdrag (VRPH) bekendheid te geven aan de andere organisaties en onze VN-ambassadeurs in het zonnetje te zetten. Het VN-ambassadeursproject en de VN-panels waren unieke projecten zoals later zou blijken. Eerder waren deze al door een Hongaarse mensenrechtenactivist geprezen op het congres van Gelijk=Gelijk. We kwamen ook om te kijken hoe andere landen zich inzetten voor inclusie en wat we mee konden nemen naar Nederland. We kwamen al wel tot de conclusie dat we in Nederland iets anders onder inclusie verstaan dan in andere landen.
Woensdag 30 mei
Op de eerste dag gingen we in de rij staan voor de registratie en belandden we na verloop van tijd in de grote zaal. We werden welkom geheten door de organisatie en toegesproken door zelfpleiters uit de hele wereld en de Britse minister van internationale ontwikkeling die tevens verantwoordelijk is voor het inclusiebeleid in het Verenigd Koninkrijk. Na dit podium- en mediaspektakel zetten wij in groepjes de ontdekkingstocht voort.
Ik – Roderik Plas – ging samen met Jeroen voor de eerste sessie van de eerste dag naar een zaal waar men vertelde welke ervaringen men had met het bouwen van zelfpleitersbewegingen. We kregen verhalen te horen uit Oostenrijk, het Verenigd Koninkrijk, Taiwan en Australië. Vooral de presentaties uit Taiwan en Australië maakten op mij indruk. Taiwan had het op een gegeven moment over een inclusief kamp waar men met en van elkaar leerden. De Australische bijdrage was vooral gepassioneerd over hoe men de overheid wist te bewegen zich anders op te stellen ten opzichte van zelfpleiters die volgens de autoriteiten geïnstutionaliseerd dienden te worden. Dit verhaal had een waar thrillergehalte waarin de sterke arm der wet met man en macht de mensen uit hun eigen huis probeerde te verjagen. Zeer inspirerend. Bijna porno.
Voor de tweede sessie ging ik samen met Suzanne naar hóe je een zelfpleitersgroep start. Dit was voor ons de gelegenheid om te luisteren naar hoe men dit in andere landen deed in vergelijking met onze VN-panels. Deze sessie verliep naar onze mening iets teleurstellender. We kregen weinig nieuwe dingen te horen en we moesten zelfs samen met onze Zwitserse en Japanse collega’s constateren dat sommige zelfpleiters helaas werden gesouffleerd.
Toen werd het tijd om snel wat naar binnen te werken, voordat we in de concertzaal van Birmingham werden verwacht. Een prachtige show werd gegeven door een groep Indische dansers die ons in Bollywood-stijl vermaakten. Bovendien kregen we ook bijzonder getalenteerde artiesten te zien die allemaal wel een beperking hadden, maar heerlijk met de show meededen. Een waar inclusiefeest!
Donderdag 31 mei
De volgende dag gingen Annemieke en ik naar de sessie over werk. Wij willen allemaal werken voor een loon waarmee we niet in armoede hoeven te leven of zelfs onder de armoedegrens. Daar ging deze sessie over en men liet zien welke initiatieven had ontplooid om inclusieve arbeid mogelijk te maken dat bovendien ook echt loonde. Onder inclusieve arbeid wordt verstaan dat men niet zonder meer mensen naar een beschermde werkomgeving brengt, maar ze in de open samenleving mee laat doen. Uit de Verenigde Staten, Chili en het Verenigd Koninkrijk kregen we te zien hoe zij invulling gaven aan deze opdracht. De Chilenen lieten bijvoorbeeld zien hoe ze als stichting ondanks een problematische wetgeving toch kon functioneren als een soort detacheringsbedrijf die erin slaagde werkgevers in te lichten over hun nieuwe werknemers met beperking. Aansluitend werden we toegesproken in de grote zaal door de beroemde zelfpleiter Robert Martin uit Nieuw-Zeeland. Hij is iemand die het Down-Syndroom heeft en in het VRPH-comité zit van de VN.
Omdat Inclusion Europe de organisatie is waar wij als vereniging bij zijn aangesloten voor onze internationale contacten, wilden we natuurlijk ook aanwezig zijn bij het verjaardagsfeestje dat IE hield. IE bestond in 2018 dertig jaar en dat moest uiteraard gevierd worden. Wij hebben ons best gedaan om ons te presenteren op het evenement dat was uitgelegd als een markt. We hebben er mensen gesproken, contacten gelegd en natuurlijk onze flyers uitgedeeld die uitlegden wat onze projecten waren en wat ze deden. We konden ook zien wat onze zusterorganisaties deden en hebben zo het één en ander van elkaar opgestoken.
Tijdens de derde sessie heb ik geluisterd naar Alex Cote van het “Centre for Inclusive Policy” die hamerde op het gezamenlijk optrekken van de diverse gehandicaptenbewegingen om zo een verandering naar inclusie teweeg te brengen. Dit was behoorlijk leerzaam.
In de avond hebben we nog kunnen genieten van de DJ’s in de geïmproviseerde inclusieve discotheek.
Vrijdag 1 juni
’s Ochtends ging ik naar een sessie die ging over hoeveel men mensenlevens met een handicap waardeerde. Het ging eigenlijk over abortus en euthanasie. Het is bekend dat er vaker voor abortus wordt gekozen als blijkt dat het ongeboren kind gehandicapt is of zal zijn. Ook van mensen met een handicap die door hun sociale uitsluiting langzaamaan een schijnbaar uitzichtloos leven leiden en hun ondersteuning van overheidswege wordt beperkt is bekend dat ze vaker voor euthanasie kiezen. Dan hebben we het nog niet gehad over hen die hun eigen wensen nauwelijks kenbaar kunnen maken. Deze sessie besprak de ethische overwegingen die men in elkaars landen maakt en wat de mogelijke volgende stappen kunnen zijn om beide groepen toch een volwaardig en inclusief leven te geven.
In de korte tweede ochtendsessie was het de beurt aan Hendrik Jan en Annemieke voor hun minuten in de spotlight. Zij gaven hun presentatie over de VN-ambassadeurs. De reacties van de aanwezigen hierover waren ronduit enthousiast te noemen.
De middagsessie ben ik helaas vergeten, maar misschien was het ook iets te ingewikkeld om te onthouden.
Die dag werd het congres afgesloten. Wederom waren er sprekers, dankwoorden en mooie momenten om het congres tot een succes te bestempelen.
’s Avonds hebben we de gehele Nederlandse equipe (we waren er met twaalf mensen in totaal) met enkele bestuursleden van Inclusion Europe uitgenodigd voor een diner in een pastarestaurant. De volgende dag keerden we weer huiswaarts.
Toewerken naar inclusief onderwijs als maatschappelijke norm
door Hendrik Jan Menninga
Op de vrijdagochtend ben ik naar een sessie gegaan over hoe we naar inclusief onderwijs toe kunnen werken.
De spreker – Gordon Porter uit Canada – vertelde aan de hand van verschillende voorbeelden wat Inclusief onderwijs is. Wat kinderen leren op jonge leeftijd is vaak heel bepalend voor de rest van hun leven. Gordon is dan ook een voorstander van dat alle kinderen, ongeacht beperking, samen in de klas leren.
Wat mij heel aansprak was het idee dat kinderen zonder vooroordeel met elkaar omgaan. Ze leren van elkaar omgaan ongeacht welke beperking ze hebben. Als kinderen op jonge leeftijd bijvoorbeeld met medeleerlingen met een beperking in de klas zitten. Dat blijven ze hun leven lang met zich mee dragen in positieve zin. Wanneer ze ouder zijn, zullen sneller mensen met een beperking als gewone mensen zien. Ze zullen zich sneller inzetten voor mensen met een achterstand.
Ook werd aandacht gegeven aan het systeem van het lesonderwijs in de westerse wereld. Het is teveel prestatiegericht. Er is te weinig aandacht voor ontwikkeling van de individu in de klas. Alles wordt afgemeten met een cijfer of een waardering.
Grote verschillen en de grote diversiteit van de gehandicaptenbeweging
door Suzanne van den Bercken-Boonacker
Onze Onca: de enige hulphond op het congres.
Onze Onca was de enige hulphond op het congres. Het congres was voornamelijk gericht op mensen met een verstandelijke beperking en we zijn blij dat we hier en daar ook andere zaken voor het voetlicht hebben kunnen brengen en heel veel geleerd hebben.
Inclusief onderwijs
Toen Annemieke en Hendrik-Jan hun presentatie gaven, nam ik op donderdagochtend deel aan een workshop over inclusief onderwijs. De Nederlandse familie Loomans vertelde over hun zoektocht, successen en strijd om hun dochter op het reguliere onderwijs te krijgen en te houden. Bregje was er zelf bij en verzorgde zelf ook een deel van de presentatie in het Engels. Ik hielp hen af en toe met vertalen. Wat me van deze workshop bij bleef is de discussie tussen de extra werklast voor onderwijzend personeel en het vastlopen in regels, waardoor kinderen gesegregeerd worden en in speciaal onderwijs belanden. Het onderwijs in Nederland gaat te veel uit van regels en protocollen. Het zou meer vanuit het kind bekeken moeten worden. Eindtermen moeten geen juk zijn maar een richting geven. Het ging ook over het recht van een kind om uit te maken van een community(-school). Er zijn naast onderwijzers ook ouders die menen dat hun kind niet geschikt is, te veel ‘special needs’ heeft, om op een reguliere school te kunnen meedoen. Dat zegt alles over het systeem en hoe het kinderen buitensluit. In Nederland is het bijna moeilijk een rustplek op school te creëren voor een kind dat even moet rusten of een fysiotherapeut te hebben die tijdens of rondom de gymlessen fysiotherapie verzorgd voor een of meer leerlingen. In sommige ontwikkelingslanden gaat het wel, vooral omdat ze niet vast zitten in allerlei protocollen.
Inclusieve gemeenten
In de workshop over “Inclusive Cities” (Inclusieve Gemeenten) werd gesproken over verschillende manieren om te werken aan inclusief maken van gemeenten. Samen gaan wandelen met een groep en zo met diverse mensen al pratend in gesprek raken werkt goed. We bedachten een ludiek voorbeeld: we gaat met een bus vol rolstoelgebruikers, mensen met rollators en scootmobielen een niet goed toegankelijk winkelcentrum in en confronteren de ondernemers met de ontoegankelijkheid van hun winkels. We gaan ook met ze in gesprek over bejegening en geven adviezen over hoe het beter kan. Dialoogtafels, participatieraden of inclusieraden, trainingen voor personeel om meer bewustzijn over leven met en bejegening van gehandicapten te creëren. Een café of koffiecorner waar mensen laagdrempelig en vrijblijvend kunnen binnenkomen om hun inclusieproblemen aan de orde te stellen, etc.
Zelfstandig stemmen
Ik ben ook naar een workshop geweest over zelfstandig stemmen. Mencap (VK) en een Zweedse club gaven een mooie presentatie. De Engelsen hameren erg op informatiemateriaal en ondersteuning bij het maken van keuzes en in stembureaus in Easy Language. In Nederland kennen we geen officiële 'simpele / eenvoudige taal'.
De Zweden hadden een programma ontwikkeld waarin politici die mee wilden doen aan door de club georganiseerde debatten eerst een online cursus (10 lessen) moesten doen om te leren spreken in begrijpelijke taal voor mensen met een verstandelijke beperking. Het was erg fascinerend.
Informatie niet in braille
In het algemeen was het wel bijzonder om te zien dat er bijv. helemaal geen informatie in braille was. Mensen waren wel erg bereid met van alles te helpen. Bovendien zien we toch maar weer dat ook in het wereldje van mensen die strijden voor de rechten van gehandicapten het zo makkelijk is in de valkuil te stappen om voor een ander te praten of iemand met een handicap op het podium te zetten om te laten zien dat ze meedoen, terwijl ze zelf weinig tot geen inbreng hadden in het verhaal dat verteld werd.
Wat hebben we opgehaald?
door Annemieke Goudsmit
Self advocates - Empower us
Doen we wel genoeg met de verhalen van de ervaringsdeskundigen? Bewustwording komt maar heel langzaam op gang. Ook mensen met verschillende beperkingen begrijpen elkaar vaak niet of herkennen de signalen niet. Dit vereist een lokaal plan van aanpak.
Wat doet het bovendien met je om zelfpleiter te zijn? Hoe houd je dat vol? Steeds dezelfde vragen beantwoorden, steeds hetzelfde onbegrip. Welke stappen zet je om een betere zelfpleiter te worden? Hoe bereik je mensen en hoe kun je ervoor zorgen dat je stappen voorwaarts maakt i.p.v. steeds in herhaling te vallen? Wat zijn de resultaten van zelfpleiters? Hierover is nog te weinig gesproken.
Wat vonden we het meest waardevol?
Inclusief onderwijs; kinderen met een handicap, op welk niveau dan ook (geestelijk of lichamelijk) kunnen een taak krijgen die ze aankunnen en waar ze eigenwaarde uit kunnen halen. Verantwoordelijk maken, bijvoorbeeld door iets simpels als iemand met Down syndroom verantwoordelijk laten zijn in de klas voor het bijhouden van de schriften.
Big Bang
Voorstellen; wat is een VN-ambassadeur? Hoe kunnen ze in het landelijk plan meewerken? Welke ambassadeur kan wat doen? Wat is de kracht van een landelijk netwerk dat op lokaal niveau werkt. Vragen over onze opleiding en over onze samenwerking en aansturing. Misschien hebben we in de individuele gesprekken beter duidelijk kunnen maken wat we doen en willen bereiken. Ook tijdens de lunches hebben we leuke gesprekken gehad en waardering voor onze aanpak en inzet.
Walk and talks
Verhalen vertellen is van groot belang en via zogenaamde “walk en talks” of via filmpjes op sociale media willen we hier in de toekomst verder mee aan de slag.
Overeenkomsten
We ontdekten zowel overeenkomsten als verschillen tussen alle landen die aanwezig waren op het congres. In Afrika werken ze aan andere dingen dan in Europa. Iedereen heeft wel hetzelfde voor ogen, een inclusieve samenleving, maar de uitvoering is anders. Vooral het inclusief onderwijs is van groot belang; het vormt de basis om inclusie mogelijk te maken. Op jonge leeftijd al bekend zijn met handicaps is van groot belang, dat werd door de meeste landen benadrukt. Vaak loopt men vast in regelgeving en het gebrek aan flexibiliteit om daarin te innoveren en de ruimte te creëren voor verandering. Een groot verschil is bijvoorbeeld een land als Kenia waar kinderen met een handicap worden gedood. Inclusie is daar nog een héle grote stap.