Leven na Geweld: ‘Mijn grootste angst is dat ik terug moet naar een instelling”.
Vrouwen met een verstandelijke beperking lopen groot risico geweld mee te maken, ook in een zorginstelling. In een onderzoek van Inclusion Europe en Inclusie Nederland is nagegaan hoe vrouwen met verstandelijke beperkingen omgaan met de gevolgen van geweld en hoe dat hun mogelijkheid beinvloed om een leven op te bouwen in de samenleving.
Het rapport “Leven na Geweld van Inclusion Europe en Inclusie Nederland is gepresenteerd bij de belangenvereniging van mensen met een verstandelijke beperking LFB en de Vereniging Gehandicaptenzorg Nederland in Utrecht. Het rapport is in een engelse versie ook gepresenteerd in het Europees parlement in Brussel.
Voor het onderzoek ‘Leven na Geweld’ is door onderzoekers Juultje Holla en Ellis Jongerius diepgaand gesproken met vrouwen met een verstandelijke beperking over hun leven toen zij nog in een instelling woonden, en hun leven nadat ze zelfstandig gingen wonen. De hoofdvraag was: welke impact hebben hun ervaringen met geweld op hun mogelijkheden om een inclusief leven op te bouwen in de samenleving. Het onderzoeksrapport zet ook (inter)nationale onderzoeksgegevens op een rij over de omvang van alle vomen van geweld die vrouwen met beperkingen ervaren.
Samen met ervaringsdeskundingen is voor deze studie een toegankelijke methodologie ontwikkeld voor de gesprekken. Daarbij is gebruik gemaakt van tekeningen om het gesprek op gang te brengen. Vooraf was verondersteld dat vrouwen moeite zouden hebben open over het onderwerp te spreken. Dit bleek niet het geval: de vrouwen waren blij dat iemand goed naar hen luisterde.
In het onderzoek beschreven de vrouwen de volgende vormen van geweld:
- Persoonlijk geweld: wanneer iemand opzettelijk een ander kwaad doet.
- Structureel geweld: wanneer iemand lijdt onder machtsverhoudingen, structuren, systemen en regels. Vele mensen houden dit in stand, zonder specifiek iemand pijn te willen doen.
- Onverschillige zorg: situaties waarin iemand lijdt omdat zorgverleners om welke reden dan ook niet echt om die persoon geven.
Vrouwen vertelden allen over situaties die zij zelf als geweldadig hadden ervaren, terwijl medewerkers van de instelling dezelfde ervaring waarschijnlijk beschouwen als een gewoon onderdeel van de zorg die zij verlenen. Hoewel instellingen geweld wilden voorkomen, blijken zij de kans op structureel geweld eerder te vergroten. Deze vorm van geweld krijgt weinig erkenning maar heeft wel een grote impact.
Ervaringsdeskundige Mirjam Braspenning zegt: “Medicijnen krijgen tegen je wil, niets mogen zeggen, niet je eigen besluiten nemen, dat is allemaal geweld”.
Vrouwen vonden vaak geen hulp. Ervaringsdeskundige Dounia Bouchikhi: “mensen vermijden bepaalde situaties. Ze willen niet opnieuw pijn ervaren. Ze laten het zien op hun eigen manier. De een wordt boos, de ander slaapt de hele dag. Zo zeggen ze dat er iets mis is.”
Vrouwen die uit de instelling naar hun eigen woning verhuisden, kunnen hun negatieve ervaringen niet makkelijk van zich afzetten. Mirjam Braspenning: “Mijn grootste angst is dat ik terug moet naar een instelling. Als ik me goed voel ben ik altijd bang dat dat gevoel van me wordt afgenomen.”
Vrouwen in het onderzoek droegen een zware last aan ervaringen, hun wereldbeeld veranderde als gevolg van ervaren geweld en ze ontwikkelden copingstrategieën om de pijn dragelijk te maken of te vermijden. Eenmaal uit de instelling hielden deze gedachten en dit gedrag stand. Vrouwen bleven bang dat hen hetzelfde zou overkomen als in de instelling, of dat ze terug gestuurd zouden worden. Dit maakte het moeilijk zelfstandig een inclusief leven vorm te geven. Vrouwen hadden individuele ondersteuning nodig die begrip hadden voor wat ze hadden meegemaakt, die geweld voorkwam, de kans op nieuw geweld verminderde, en mee zocht naar waardevolle rollen in de samenleving. Deze ondersteuning was niet voor iedereen beschikbaar.
Op basis van het onderzoek komt het rapport tot onder meer de volgende conclusies en aanbevelingen.
Geweld komt veel voor, meer bij vrouwen met verstandelijke beperkingen en veel meer dan we beseffen. Er is erkenning nodig dat zo vaak zo veel vrouwen met beperkingen slachtoffer worden van vele vormen van geweld. Het geweld heeft grote invloed op de vrouwen die slachtoffer waren.
Geweld komt voort uit ongelijke machtsverhoudingen. Het helpt als vrouwen geholpen worden zich te verweren. Net zo belangrijk is het te beseffen dat het voorkomen van geweld ook moet voortkomen uit het verminderen van machtsongelijkheid.
Zorginstellingen worden vaak gezien als een beschermende omgeving voor mensen met een verstandelijke beperking. Dat blijkt niet zo te zijn. De cultuur en organisatie van een instelling maakt bewoners kwetsbaar voor geweld. Zolang vrouwen nog zorg krijgen in instellingen, is het de verantwoordelijkheid van de instellingen om organisatie en cultuur in een instelling te veranderen zodanig dat geweld vermindert.
Van instellingen en beleidsmakers kan worden verwacht een pro actieve houding aan te nemen in het voorkomen van geweld en het ondersteunen van slachtoffers.
Bij dat pro actieve beleid hoort: luisteren naar slachtoffers, bijvoorbeeld via het inschakelen van vertrouwenspersonen. Het is belangrijk dat vertrouwenspersonen vertrouwen winnen en actief naar vrouwen toe gaan om te luisteren naar ervaringen.
Instellingen kunnen organisatie en cultuur richten op persoonsgerichte ondersteuning, en het ondersteunen van opbouw van een sociaal leven in de samenleveing. Bij zorginstellingen is inherent sprake van onevenwichtige machtsverhoudingen waaruit structureel geweld kan voortvloeien. Ondersteuning van mensen met een beperking moet daarom uit de instellingsstructuur worden gehaald.
Ervaringsdeskundigen moeten serieus genomen worden. Iedereen, van beleidmakers tot directe ondersteuners, kan bevorderen dat mensen zeggenschap krijgen en houden in eigen leven, zoals eigen keuzes maken over waar ze wonen, met wie, en wie hen daarbij ondersteund. Daarnaast is erkenning nodig dat mensen ondersteuning nodig hebben om na jaren van structureel geweld een waardevolle rol te vervullen in de samenleving.
Voor dit onderzoek is een methode ontwikkeld om diepgaand te praten met mensen met een verstandelijke beperking over onderwerpen die moeilijk bespreekbaar zijn. Er is een groep vrouwen bereikt die normaal gesproken niet wordt bereikt in onderzoek. De vrouwen vinden het essentieel dat er naar hen wordt geluisterd.
Het is belangrijk ervaringsdeskundigen serieus te nemen bij het verder ontwikkelen van beleid op dit terrein. Het is mogelijk en noodzakelijk om ervaringsdeskundigen te betrekken bij het veranderen van cultuur en structuur binnen instellingen en het opbouwen van goede ondersteuning in de samenleving. Beleidsmakers en zorgaanbieders kunnen zo bevorderen dat mensen zeggenschap krijgen en houden, eigen keuzen kunnen maken en aangeven waar en met wie ze willen wonen en wie hen ondersteunt.
lees hier de Nederlandse samenvatting van het onderzoeksrapport.
Lees hier het uitgebreide onderzoeksrapport met literatuuronderzoek (engels).