Aanpassingen waar het VN-verdrag om vraagt
Het VN-verdrag voor de Rechten van Personen met een Handicap is inmiddels bijna vier jaar van kracht in Nederland (14 juli 2016). Het verdrag verplicht de overheid en de samenleving om ervoor te zorgen dat mensen met een beperking vanzelfsprekend mee kunnen doen in de samenleving. Net zoals ieder ander mens. Het verdrag roept op tot gelijkwaardigheid en non-discriminatie, maar ook tot respect, het vieren van diversiteit en het op alle terreinen betrekken van ervaringsdeskundigen. Verder roept het verdrag in artikel 8 iedereen op tot het bevorderen van het bewustzijn over de inhoud van het VN-verdrag, zodat de rechten van mensen met een beperking geëerbiedigd en waargemaakt worden. Daarom is de Vereniging Inclusie Nederland blij met het project VN-ambassadeurs versterken elkaar.
Inclusieve samenleving
Om de samenleving zo in te richten dat iedereen op een gelijke manier mee kan doen moet er nog veel gebeuren. We noemen dat ook wel een inclusieve samenleving. Een samenleving die iedereen welkom heet en waar iedereen tot zijn recht kan komen. Het maakt niet uit welke culturele achtergrond, gender, leeftijd, talenten of beperkingen iemand heeft. Iedereen neemt op een gelijkwaardige manier deel aan de maatschappij. Vaak wordt gedacht dat toegankelijkheid organiseren genoeg is. Dat is ook zeker een belangrijk thema, maar er is meer nodig.
Toegankelijkheid
Toegankelijkheid gaat niet alleen over de toegankelijkheid van de openbare ruimte en gebouwen, maar ook om vervoer, diensten, informatie, persoonlijke mobiliteit en gebruik kunnen maken van hulpmiddelen (artikelen 9, 20, 21). Toegankelijkheid is dan ook het kernwoord bij zelfstandig kunnen meedoen in de samenleving. Daarom wordt het genoemd bij de algemene beginselen van het verdrag (artikel 3). Daarnaast wordt er in de algemene verplichtingen op aangedrongen dat overheden onderzoek naar en de ontwikkeling van nieuwe technologieën bevorderen en uitvoeren. VN-ambassadeur Jiska vertelt hierover dit filmpje.
Dicht tegen toegankelijkheid ligt het thema persoonlijke mobiliteit. Daarbij gaat het erom dat mensen met een beperking zo zelfstandig mogelijk hun leven kunnen vormgeven met de hulpmiddelen die ze daarbij nodig hebben. Net als mensen zonder beperking moeten ze kunnen werken, leren, hun hobby’s kunnen uitvoeren, sporten of naar de bioscoop of kroeg kunnen gaan. Wie ondersteuning nodig heeft bij zijn persoonlijke mobiliteit, heeft hier recht op. Denk aan taxivervoer, vergunningen voor parkeren, deelname aan het openbaar vervoer en ondersteuning bij mobiliteit (bijv. persoonlijk assistentie en de juiste hulpmiddelen). Bovendien moeten ze zelf kunnen kiezen welk(e) hulpmiddel(en) ze inzetten en op welk tijdstip ze dat doen. En dat is nog lang niet altijd mogelijk.
De overheid moet bevorderen dat er nieuwe hulpmiddelen en instrumenten komen die de mobiliteit van mensen met een beperking bevorderen. Deze oplossingen moeten bovendien betaalbaar zijn, zodat ze voor veel mensen beschikbaar zijn. Volgens artikel 9 moet de overheid passende maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat mensen met een beperking toegang hebben tot dezelfde voorzieningen als mensen zonder beperking. Het gaat daarbij niet alleen om de fysieke omgeving zoals de openbare ruimte en gebouwen, maar ook om informatie, communicatie en diensten. VN-ambassadeur Sjoerd van Heesch maakt in dit filmpje duidelijk waar je dan allemaal aan moet denken.